Onderhoud aan brandslanghaspels

Goede controle is van belang

Bij Maro Brandbeveiliging kunt u terecht voor het onderhoud van de brandslanghaspels.

Maro Brandbeveiliging is een KIWA NCP REOB gecertificeerd brandbeveiligingsbedrijf. Daarom onderhouden wij de brandslanghaspels volgens de NEN-EN 671-3. Naar deze norm wordt verwezen in het bouwbesluit.

De NEN-EN 671-3 schrijft een jaarlijkse visuele inspectie voor, hoe en hoe vaak de brandslanghaspels moeten worden onderhouden en door wie. Daarnaast is verplicht om eens per vijf jaar de brandslang (dus niet het haspel) te beproeven met de maximaal toelaatbare druk. Onderdelen die vervangen dienen te worden moeten overeenkomen met de specificaties in de norm, of geleverd worden door de producent van de brandslanghaspel en goedgekeurd te zijn.

Naast de norm dienen de brandslanghaspels ook worden onderhouden volgens de specificaties van de leverancier.

Afhankelijk van het brandgevaar mogen een aantal brandslanghaspels niet buitengebruik gesteld worden tijdens het onderhoud. Er dienen ook veiligheidsmaatregelen genomen te worden voor het onderbreken van de water toevoer. Na het onderhoud moet de brandslanghaspel weer gereed gemaakt worden voor gebruik.

Brandslanghaspels moeten vrij toegankelijk zijn en op de juiste plek hangen en er dient een leesbare handleiding op zit.

Onderhoudsschema brandslanghaspels

Jaarlijks onderhoud

• De plaatsing en bereikbaarheid van de brandslanghaspel, is deze vrij toegankelijk en zichtbaar;
• Is er roestvorming, lekkage of andere zichtbare beschadiging van het haspel waarneembaar;
• Is de gebruiksaanwijzing aanwezig en goed leesbaar;
• Is er een herkenningsteken (pictogram) geplaatst;
• Is de haspel op een juiste wijze aan de muur bevestigd, en hangt deze stevig en vast;
• Is de debiet (doorstroming van water) gelijkmatig en voldoende;
• De gehele slang dient afgerold en gecontroleerd te worden op scheurtjes, vervorming en slijtage;
• Indien een slang een beschadiging vertoont hoe klein deze ook is dient de slang vervangen te worden;
• Controle van type slangklem en bevestiging;
• De draairichtingen links en rechtsom moet soepel en makkelijk zijn in beide richtingen;
• Het type afsluiter, de bediening moet soepel en naar behoren functioneren;
• De toevoerleiding dient de juiste diameter 22 mm ( ¾ “) te hebben en onbeschadigd te zijn;
• De eventuele aanwezige haspelkast dient schoon, roestvrij en soepel en makkelijk te openen zijn;
• De straalpijp dient van het juiste type te zijn en twee functies te hebben, gebonden straal en sproeistraal;
• De slang geleider dient goed en soepel te functioneren;
• Is de sticker (Alleen te gebruiken bij brand en Geen drinkwater) aanwezig;
• Aanbrengen onderhoudsetiketten;
• Verzegeling afsluiter;
• Opruimen van werkomgeving;
• Bij afkeur sticker plaatsen van afkeur;
• Leg vast in het logboek

 Vijfjaarlijks onderhoud brandslanghaspel

• De brandslang wordt onderworpen aan een drukproef met de maximale toelaatbare werkdruk van 1.200 kPa.